Achtergrond
In een adaptieve opdracht met vertakkende items worden de paden die de deelnemers afleggen niet bepaald door de resultaten die ze behalen aan het einde van elk onderdeel (zoals in een multi-stage adaptieve opdracht), maar door het antwoord dat ze geven op een vertakkend item.
Door het gebruik van vertakkende items in een adaptieve opdracht kunt u gerichte vragen stellen aan uw deelnemers. Deelnemers volgen een gepersonaliseerd pad. De vragen verschijnen alleen als ze voor hen relevant zijn.
U kunt een vertakkend item bijvoorbeeld gebruiken om te weten of uw deelnemers Frans of Engels als hoofdvak hebben en op basis van hun antwoord kunt u ze vertakken naar een set Franse of Engelse vragen.
Opmerking: In een adaptieve opdracht met vertakkende items worden geen minimumscores ingesteld op de onderdelen. Bijgevolg is de rapportering voor opdrachten met vertakkende items volledig anders dan een standaard opdrachtrapport:
- In de opdrachtrapporten kunt u zien welk pad de deelnemers afgelegd hebben en welk resultaat ze behaald hebben.
- De maximumscore van een adaptieve opdracht met vertakkende items is niet noodzakelijk dezelfde voor alle deelnemers omdat die afhangt van het pad dat de deelnemers volgden.
- Een deelnemer kan niet slagen of zakken voor een adaptieve opdracht met vertakkende items (of een ander type adaptieve opdracht). Daarom wordt er geen status "geslaagd/niet geslaagd" teruggestuurd naar externe platformen, bijvoorbeeld in het geval van LTI- of API-integraties.
Vertakkende items
Vertakkende items in assessmentQ zijn altijd meerkeuzevragen met 1 antwoord.
De keuze die deelnemers maken in een vertakkend item bepaalt de volgende set items die ze krijgen.
Vertakkende items kunnen een score van 0 of meer hebben. Het is de verantwoordelijkheid van de auteur om de score voor deze items correct in te stellen in de itembank.
Proces
U kunt adaptiviteit met vertakkende items als volgt gebruiken:
- Een adaptieve opdracht met vertakkende items maken.
- Onderdelen toevoegen aan uw opdracht.
- De paden tussen de onderdelen definiëren.
- Het opdrachtsjabloon instellen.
- De parameters voor het resultaat instellen.
Een adaptieve opdracht met vertakkende items maken
Om een adaptieve opdracht met vertakkende items aan te maken, gaat u als volgt te werk:
- Ga naar Creatie > Opdrachten.
- Selecteer Opdrachten in de navigatiebalk aan de linkerkant van uw scherm.
Resultaat: U ziet de lijst met opdrachten. - Klik rechtsboven op +Toevoegen.
- In de pop-up Opdracht toevoegen:
- Selecteer het type Toets of Oefening.
- Selecteer Vaste of On the fly itemselectie.
- Selecteer Adaptiviteit gebruiken > Adaptiviteit gebaseerd op vertakkende items.
Opmerking: Deze optie is mogelijk niet standaard beschikbaar in uw assessmentQ omgeving. Indien u geïnteresseerd bent in het gebruik van adaptiviteit met vertakkende items, gelieve dan contact op te nemen met Televic Education via support@televic-education.com.
- Klik op Toevoegen.
Resultaat : Het tabblad Overzicht van de opdracht wordt getoond.
Opmerkingen:
- U kunt een bestaande niet-adaptieve opdracht niet wijzigen in een adaptieve opdracht met vertakkende items. Als u met een adaptieve opdracht wilt werken, moet u altijd een nieuwe opdracht maken.
- U kunt geen adaptieve opdracht met vertakkende items maken vanuit een scenario.
Onderdelen toevoegen aan uw opdracht
Om onderdelen en vertakkende items toe te voegen aan uw opdracht , gaat u als volgt te werk:
- Open het tabblad Items van uw adaptieve opdracht.
Resultaat: U ziet dat uw opdracht standaard één leeg onderdeel bevat. - Selecteer het onderdeel.
- Als u een adaptieve opdracht maakt:
- met vaste itemselectie, volg stappen 5 tot 7 in Een opdracht aanmaken met vaste items.
- met on the fly item selectie, volg stappen 7 t/m 11 in Een on the fly opdracht maken.
Opmerkingen:
- Als u in dit onderdeel een vertakkend item wilt gebruiken, dan moet u in deze stap de vereiste meerkeuzevraag toevoegen. In de volgende stap zult u zien hoe u deze meerkeuzevraag kunt veranderen in een vertakkende vraag.
- In een onderdeel met een vertakkend item kunt u optioneel andere items toevoegen. Het vertakkende onderdeel zal echter automatisch naar de laatste positie in het onderdeel verplaatst worden, zie hieronder.
- Indien nodig kunt u ook items die manuele scoring vragen, toevoegen aan uw onderdelen, aangezien het pad dat de deelnemers zullen afleggen in een opdracht met vertakkende items niet bepaald wordt door de scores die ze behalen op de onderdelen in hun pad.
- Als u in dit onderdeel een vertakkend item wilt gebruiken, klik dan op de drie puntjes naast de meerkeuzevraag en selecteer Veranderen in vertakkend item.
Opmerkingen:
- De optie Veranderen in vertakkend item wordt alleen getoond voor meerkeuzevragen. Andere itemtypes kunnen niet gebruikt worden als vertakkende items.
- U kunt maximum één vertakkend item per onderdeel toevoegen.
- U kunt in totaal maximum 8 vertakkende items toevoegen in uw adaptieve opdracht.
- Om nog een onderdeel toe te voegen, klik op Onderdeel toevoegen en herhaal stap 3 tot 5 tot u alle onderdelen hebt toegevoegd die u nodig heeft.
Opmerking: U kunt maximum 50 onderdelen gebruiken in uw adaptieve opdracht.
Tips:
- Het is raadzaam aandacht te besteden aan de naamgeving van de onderdelen. Dit zal de selectie van onderdelen bij het definiëren van de paden vergemakkelijken. Betekenisvolle namen zullen ook de interpretatie van het rapport van uw adaptieve opdracht vergemakkelijken.
- Het eerste onderdeel wordt standaard geselecteerd voor Fase 1 in het pad (zie hieronder). Daarom is het aanbevolen om het onderdeel met het vertakkende item waarmee u wilt beginnen bovenaan in het onderdelenoverzicht te plaatsen.
De paden tussen de onderdelen definiëren
Om de paden in een adaptieve opdracht met vertakkende items te definiëren, gaat u als volgt te werk:
- Open het tabblad Pad van uw adaptieve opdracht.
Resultaat: U ziet de Start en het Einde van het adaptieve pad. Standaard wordt het eerste onderdeel dat u aan uw opdracht hebt toegevoegd, toegevoegd in Fase 1. Als dit onderdeel een vertakkend item bevat, ziet u het adaptiviteitsicoon in de linkerbovenhoek van het onderdeel (zoals in het voorbeeld hieronder).
Opmerking: De eerste fase van een adaptieve opdracht kan maximum één onderdeel bevatten. Alle deelnemers starten met hetzelfde onderdeel.
- Klik op het onderdeel in Fase 1.
Resultaat: Het zijpaneel van het onderdeel wordt geopend aan de rechterkant van het scherm. - Indien u het onderdeel in Fase 1 wilt vervangen, selecteer een ander onderdeel uit de dropdown bovenaan in het zijpaneel.
Tips:
- Bij onderdelen die een vertakkend item bevatten, ziet u het adaptiviteitsicoon.
- In de eerste fase van een adaptieve opdracht met vertakkende items zult u typisch het onderdeel toevoegen met het vertakkende item waarmee u wilt starten.
- Definieer de onderdelen die volgen op het onderdeel in Fase 1:
- Als uw onderdeel in Fase 1 een vertakkend item bevat, voeg dan een onderdeel toe voor elke antwoordoptie in het vertakkende item en ook voor een leeg antwoord (naast het icoon voor de onbeantwoorde vraag onderaan).
Tip: U kunt een voorbeeld van het vertakkende item bekijken, zodat u weet welk onderdeel u moet kiezen op basis van de antwoordoptie in de meerkeuzevraag.
- Als uw onderdeel in Fase 1 geen vertakkend item bevat, selecteer een onderdeel uit de beschikbare onderdelen.
Tip: Op een onderdeel zonder vertakkend item kan maar één onderdeel volgen.
- Als u een bericht wilt tonen aan de deelnemers voordat ze verder gaan naar een volgend onderdeel, klik dan op het berichticoon naast het onderdeel en voeg uw bericht toe.
- Als uw onderdeel in Fase 1 een vertakkend item bevat, voeg dan een onderdeel toe voor elke antwoordoptie in het vertakkende item en ook voor een leeg antwoord (naast het icoon voor de onbeantwoorde vraag onderaan).
- Nadat u alle onderdelen toegevoegd hebt die volgen op het onderdeel in Fase 1, definieer de onderdelen die volgen op Fase 2:
- Selecteer een onderdeel in Fase 2.
- Voeg een of meerdere onderdelen toe voor het geselecteerde onderdeel.
Resultaat: Zodra u een onderdeel toegevoegd hebt, wordt Fase 3 toegevoegd.Opmerking: Als u een onderdeel toevoegt aan een fase, is het niet meer beschikbaar voor andere fases. Daardoor ziet u in de dropdown met onderdelen alleen de onderdelen die u nog niet hebt toegevoegd.
- Herhaal dit voor alle onderdelen in Fase 2.
- Herhaal stap 5 voor alle onderdelen in Fase 3 enzovoort totdat u een eindcriterium voor alle onderdelen in alle fases heeft ingesteld.
Opmerking: U kunt voor elk onderdeel een eindcriterium instellen, ongeacht de fase waarin het onderdeel zich bevindt. Een deelnemer hoeft dus niet per se alle fases in de adaptieve opdracht te doorlopen.
Het opdrachtsjabloon voor een adaptieve opdracht instellen
Om het opdrachtsjabloon van een adaptieve opdracht in te stellen, gaat u als volgt te werk:
- Open het tabblad Gedrag.
- Selecteer het opdrachtsjabloon van uw keuze.
- Als u de sjablooninstellingen wilt wijzigen, klik op Instellingen wijzigen en maak de gewenste aanpassingen.
Opmerkingen:
- Als u de namen van de onderdelen niet wilt tonen aan de deelnemers, schakel dan de optie Breadcrumb tonen in de tab Layout uit.
- Als u niet wilt dat uw deelnemers merken dat ze naar een ander onderdeel navigeren, kunt u de knop Beëindigen aan het einde van de opdrachtonderdelen verbergen. Meer informatie.
- Sommige sjabloonopties zijn niet relevant voor adaptieve opdrachten. In dat geval staat er een melding naast de optie in het opdrachtsjabloon. Bijvoorbeeld:
- De navigatieoptie Vrije navigatie is niet beschikbaar omdat er een voorgedefinieerd pad is tussen de onderdelen in een adaptieve opdracht.
- Het is niet mogelijk om tekst met betrekking tot het resultaat van de opdracht te definiëren.
De resultaatinstellingen voor uw opdracht instellen
Om de resultaatinstellingen voor een adaptieve opdracht in te stellen, gaat u als volgt te werk:
- Open de tabblad Resultaat.
Resultaat: U ziet de resultaatinstellingen voor uw opdracht. - Stel de resultaatinstellingen in naar uw keuze.
Opmerking: Sommige resultaatopties zijn niet beschikbaar voor adaptieve opdrachten:
- Het is niet mogelijk een score te tonen aan de deelnemer voor een adaptieve opdracht.
- U kunt geen eindboodschap definiëren op basis van de score of de status geslaagd/niet geslaagd.