Hulpmiddelen activeren in de player

Achtergrond

assessmentQ ondersteunt de volgende hulpmiddelen voor deelnemers:

• Tekst naar spraak: waardoor de deelnemers de inhoud kunnen laten voorlezen
• Speciale tekens: waarmee de deelnemers gemakkelijk speciale tekens kunnen invoegen
• Basis of geavanceerde (wetenschappelijke) rekenmachine
• Markeerstift: laat de deelnemers woorden markeren in langere teksten in het vragenblok van elk itemtype of in het interactieblok voor volgende itemtypes:

  Opmerking: In het interactieblok van een item kan de markeerstift enkel gebruikt worden in de volgende itemtypes:

  • meerkeuze met 1 antwoord
  • meerkeuze met meerdere antwoorden
  • meerkeuzematrix
  • Invullen in tekst
  • werkwoord vervoegen
  • dropdown in tekst
  • slepen in tekst
  • slepen in kolommen
• Extra knop: hiermee kunnen de deelnemers een ondersteunend hulpmiddel gebruiken dat u zelf kunt definiëren, zoals een woordenboek of een vertaaltool.

  Opmerking: Voor de inhoud van de extra knop en van de helpknop kunt u kiezen tussen:

  • Tekst
  • Insluiten

  

Het activeren of deactiveren van hulpmiddelen in een opdracht gebeurt via het opdrachtsjabloon.  
De knoppen van de geactiveerde hulpmiddelen worden aan de deelnemers getoond in de bovenste balk van de player.

Procedure

Ga als volgt te werk om hulpmiddelen te (de)activeren:

1. Ga naar Instellingen > Opdrachtsjablonen.

2. Klik op het sjabloon dat u wilt bewerken.
   Resultaat: Het eerste tabblad Correctie en feedback van het opdrachtsjabloon wordt geopend.

3. Open het tabblad Knoppen en labels.  

4. Activeer of deactiveer de knoppen voor de hulpmiddelen die u nodig hebt.

   Tip: Als u de rekenmachine selecteert, geef dan aan of de rekenmachine enkel moet gebruikt worden in de items waar de rekenmachine ingesteld is op itemniveau of in alle items. Indien de rekenmachine in alle items moet worden gebruikt, kies dan de standaard of de wetenschappelijke rekenmachine. 
   

5. Als u de naam van de knoppen wilt wijzigen, selecteert u de taal of talen van uw keuze in het deelvenster Eigenschappen aan de rechterkant en hernoemt u ze in de geselecteerde taal.
   
   Resultaat: De wijzigingen worden automatisch opgeslagen.