Achtergrond
Bij een multi-stage adaptieve opdracht worden de onderdelen van de opdracht over verschillende stages gecombineerd. Als auteur bepaalt u de paden die deelnemers in de verschillende stages kunnen doorlopen op basis van hun resultaten in de onderdelen:
Door het gebruik van adaptieve paden kunt u als auteur een opdracht (oefening of toets) maken die geschikt is voor deelnemers van alle niveaus.
Deelnemers kunnen een gepersonaliseerd pad volgen. Ze kunnen op hun eigen niveau oefenen of getoetst worden.
Het doel van het adaptieve pad is om te zien waar deelnemers zich in het leerproces bevinden of om hun niveau te meten. In de rapporten van adaptieve opdrachten kunnen analisten zien welk pad een deelnemer in de opdracht heeft gevolgd en op welk niveau hij of zij is beland.
Opmerking: In een multi-stage adaptieve opdracht worden op onderdelen geen minimumscores ingesteld, maar transitiescores. Bijgevolg is de rapportering voor multi-stage adaptieve opdrachten volledig anders dan een standaard opdrachtrapport:
- Een deelnemer kan niet slagen of zakken voor een adaptieve opdracht.
- Een deelnemer krijgt geen totaalscore voor een adaptieve opdracht.
- Voor adaptieve opdrachten worden geen eindresultaten of status "geslaagd/niet-geslaagd" teruggestuurd naar externe platformen, bijvoorbeeld in het geval van LTI- of API-integraties.
Proces
Het gebruik van multi-stage adaptiviteit in een opdracht werkt als volgt:
- Een multi-stage adaptieve opdracht aanmaken
- Onderdelen toevoegen aan de opdracht
- De paden in de adaptieve opdracht definiëren
- Het opdrachtsjabloon instellen
- Type transitiescore instellen (optioneel)
- De parameters voor het resultaat instellen
Een multi-stage adaptieve opdracht aanmaken
Om een multi-stage adaptieve opdracht aan te maken, gaat u als volgt te werk:
- Ga naar Creatie > Opdrachten.
- Selecteer Opdrachten in de navigatiebalk aan de linkerkant van uw scherm.
Resultaat: U ziet de lijst met opdrachten. - Klik rechtsboven op +Toevoegen.
- In de pop-up Opdracht toevoegen:
- Selecteer het type Toets of Oefening.
- Selecteer Vaste of On the fly itemselectie.
- Selecteer Multi-stage adaptiviteit gebruiken.
- Klik op Toevoegen.
Resultaat : Het tabblad Overzicht van de opdracht wordt getoond.
Opmerkingen:
- U kunt een bestaande niet-adaptieve opdracht niet wijzigen in een multi-stage adaptieve opdracht. Als u met een adaptieve opdracht wilt werken, moet u een nieuwe opdracht aanmaken.
- U kunt geen multi-stage adaptieve opdracht maken op basis van een scenario.
Onderdelen toevoegen aan een multi-stage adaptieve opdracht
Om onderdelen toe te voegen aan een multi-stage adaptieve opdracht, gaat u als volgt te werk:
- Open het tabblad Items.
Resultaat: U ziet dat uw opdracht standaard één leeg onderdeel bevat. - Selecteer het onderdeel.
- Als u een adaptieve opdracht maakt:
- met vaste itemselectie, volg stappen 5 tot 7 in Een opdracht aanmaken met vaste items.
- met on the fly item selectie, volg stappen 7 t/m 11 in Een on the fly opdracht maken.
Opmerkingen:
- U kunt maximum 20 onderdelen gebruiken in een adaptieve opdracht.
- Het is raadzaam aandacht te besteden aan de naamgeving van de onderdelen. Dit zal de selectie van onderdelen bij het definiëren van de paden vergemakkelijken. Betekenisvolle namen zullen ook de interpretatie van het rapport van uw adaptieve opdracht vergemakkelijken.
- U kunt geen minimumscore instellen voor de onderdelen in een adaptieve opdracht. In plaats daarvan zult u transitiescores moeten instellen om de paden tussen de onderdelen te bepalen, zie hieronder.
- Het pad dat de deelnemers in een adaptieve opdracht afleggen, wordt bepaald door de scores die ze behalen op de onderdelen in hun pad. Het is daarom aangeraden om geen items toe te voegen die geëvalueerd moeten worden.
De paden in een adaptieve opdracht definiëren
Om de paden in een adaptieve opdracht te definiëren, gaat u als volgt te werk:
- Open het tabblad Pad van uw adaptieve opdracht.
Resultaat: U ziet de Start en het Einde van het adaptieve pad. Standaard wordt het eerste onderdeel dat u aan uw opdracht hebt toegevoegd, toegevoegd in Stage 1.
Opmerking: De eerste stage van een multi-stage adaptieve opdracht kan maximum één onderdeel bevatten. Alle deelnemers starten met hetzelfde onderdeel.
- Klik op het onderdeel in Stage 1.
Resultaat: Het zijpaneel van het onderdeel wordt geopend aan de rechterkant van het scherm. - Definieer de paden voor het onderdeel in Stage 1:
- Indien u het onderdeel in Stage 1 wilt vervangen, selecteer een ander onderdeel uit de dropdown bovenaan in het zijpaneel.
- Voeg een of meerdere volgende onderdelen toe.
Resultaat: Zodra u een volgende onderdeel selecteert, wordt Stage 2 toegevoegd en wordt er een pijl toegevoegd van het geselecteerde onderdeel naar het volgende onderdeel.Standaard zijn er twee placeholders voorzien om onderdelen toe te voegen. Om extra onderdelen toe te voegen, gaat u met de muis naar het onderdeel waaronder of waarboven u een extra onderdeel wilt toevoegen en klikt u op de plus-operator.
- Stel voor elk volgende onderdeel de transitiescore in (d.w.z. de score die de deelnemers moeten behalen om door te mogen naar het volgende onderdeel).
Opmerking: Er zijn twee opties voor de transitiescore, zie hieronder.
- Indien u de deelnemers een bericht wilt tonen voordat ze naar een volgende onderdeel gaan, klikt u op het bericht icoon naast het respectievelijke volgende onderdeel en voeg uw bericht toe.
- Definieer vervolgens de paden voor de onderdelen in Stage 2:
- Selecteer een onderdeel in Stage 2.
- Voeg een of meerdere volgende onderdelen toe voor het geselecteerde onderdeel en stel de transitiescores in.
Resultaat: Zodra u een volgende onderdeel selecteert, wordt Stage 3 toegevoegd.Opmerking: Als u een onderdeel aan een stage toevoegt, is het niet meer beschikbaar voor andere stages. Daardoor ziet u in de dropdown met onderdelen alleen de onderdelen die u nog niet hebt toegevoegd.
- Herhaal dit voor alle onderdelen in Stage 2.
- Herhaal stap 4 voor alle onderdelen in Stage 3 en zo verder, totdat u een eindcriterium voor alle onderdelen in alle stages heeft ingesteld.
Opmerking: U kunt voor elk onderdeel een eindcriterium instellen, ongeacht de stage waarin het onderdeel zich bevindt. Een deelnemer hoeft dus niet per se alle stages in de adaptieve opdracht te doorlopen.
Het opdrachtsjabloon voor een adaptieve opdracht instellen
Om het opdrachtsjabloon van een adaptieve opdracht in te stellen, gaat u als volgt te werk:
- Open het tabblad Gedrag.
- Selecteer het opdrachtsjabloon van uw keuze.
- Als u de sjablooninstellingen wilt wijzigen, klik op Instellingen wijzigen en maak de gewenste aanpassingen.
Opmerkingen:
- Als u de namen van de onderdelen niet wilt tonen aan de deelnemers, schakel dan de optie Breadcrumb tonen in de tab Layout uit.
- Sommige sjabloonopties zijn niet relevant voor adaptieve opdrachten. In dat geval staat er een melding naast de optie in het opdrachtsjabloon. Bijvoorbeeld:
- De navigatieoptie Vrije navigatie is niet beschikbaar omdat er een voorgedefinieerd pad is tussen de onderdelen in een adaptieve opdracht.
- Het is niet mogelijk om tekst met betrekking tot het resultaat van de opdracht te definiëren.
Type transitiescore instellen (optioneel)
Transitiescores in de onderdelen van een adaptieve opdracht bepalen welke paden de deelnemers afleggen in een adaptieve opdracht.
Er zijn twee opties:
- Transitiescores gebaseerd op de onderdeelscore.
Bij deze optie wordt de transitiescore berekend op de score die per onderdeel is behaald. - Transitiescore gebaseerd op de totale opdrachtscore.
Bij deze optie wordt de transitiescore berekend over de totaal behaalde score over de reeds afgelegde onderdelen.
U kunt het type transitiescore definiëren in het tabblad Gedrag van uw opdracht.
Opmerking: Standaard is enkel de optie voor transitiescores gebaseerd op de onderdeelscore beschikbaar. Als u geïnteresseerd bent in het gebruik van transitiescores op basis van de totale opdrachtscore, neem dan contact op met Televic Education via support@televic-education.com.
De resultaatinstellingen voor uw opdracht instellen
Om de resultaatinstellingen voor een adaptieve opdracht in te stellen, gaat u als volgt te werk:
- Open de tabblad Resultaat.
Resultaat: U ziet de resultaatinstellingen voor uw opdracht. - Stel de resultaatinstellingen in naar uw keuze.
Opmerking: Sommige resultaatopties zijn niet beschikbaar voor adaptieve opdrachten:
- Het is niet mogelijk een score te tonen voor een adaptieve opdracht.
- U kunt geen eindboodschap definiëren op basis van de score of de status geslaagd/niet geslaagd.
- In een adaptieve opdracht worden de scores van de onderdelen automatisch berekend om de transitie van de ene stage naar de andere te verzekeren. Bijgevolg kunt u geen evaluatie activeren voor adaptieve opdrachten.